Amersfoort - Donderdag 5 september zijn zeven verdachten aangehouden voor het plegen van openlijk geweld en mishandeling tijdens de bekerfinale in de Kuip afgelopen april. Nog vier verdachten zijn ontboden om zich op een politiebureau te melden. Zondag 21 april 2024 werd in het Feijenoordstadion de KNVB-bekerfinale tussen de voetbalclubs Feyenoord en NEC gespeeld. Voor, na en tijdens de wedstrijd waren er diverse ongeregeldheden die vooral op de thuisvakken van voetbalclub Feyenoord plaatsvonden. Er werd in groepsverband geweld gebruikt tegen personen (openlijke geweldpleging) en er hebben mishandelingen plaatsgevonden. De mishandelingen en het geweld heeft impact op de directe slachtoffers, maar bracht daarnaast risico’s mee voor overige bezoekers, stewards en ander personeel. Ook tast het hun veiligheidsgevoel aan. Na de bekerfinale is onder andere met behulp van camerabeelden een opsporingsonderzoek gestart. Uit het onderzoek kwamen elf verdachten naar voren, waarvan er zeven donderdagochtend zijn aangehouden. Het gaat om een 26-jarige man uit Hendrik-Ido-Ambacht, een 27-jarige man uit Rotterdam, een 29-jarige man uit Amersfoort, een 33-jarige man uit Capelle ad IJssel, een 22- jarige man uit Gorinchem, een 21-jarige man uit Katwijk en een 23-jarige man uit Capelle ad IJssel. Allen zijn aangehouden op verdenking van openlijke geweldpleging/mishandeling. Nog twee verdachten moeten zich de komende tijd melden bij een politiebureau. Alle aangehouden verdachten krijgen een gedragsaanwijzing opgelegd, dat houdt in dat zij 90 dagen niet in of rond het stadion mogen komen. Er wordt onderzocht of hen ook een stadionverbod kan worden opgelegd. Politie, Openbaar Ministerie en gemeente zetten zich in om het voetbal toegankelijk en veilig te laten zijn voor alle bezoekers. Strafbare gedragingen worden niet getolereerd. Wordt u rond of tijdens een voetbalwedstrijd slachtoffer van een strafbaar feit, bel in een heterdaadsituatie 112 en doe altijd aangifte.
Lees het volledige artikel bij De Politie.
Nieuws door De Politie. Lees het volledige artikel op hun website.